
Je kunt het je niet meer voorstellen, maar rond 1700 moet boerderij De Grote Horst in Brinkheurne een heus roversnest geweest zijn. Ik vond enkele grote krantenartikelen met elk hun eigen versie van het roversverhaal. Vier broers en drie vrouwen zorgden ervoor dat de noabers destijds met een grote boog om hun roemruchte hoofdkwartier aan de Horstweg 4 heen liepen.
Het karkepad (Hilbelinkspad) liep er langs en daar passeerden ook veel kooplui die naar de diverse markten gingen. Ooit heeft dit Horstvolk drie Duitse kooplieden overvallen en hen verdronken in een diepe kolk – de Jannao’s putte – vlakbij de boerderij. Bij een grote inval wiste de politiemacht drie rovers te overmeesteren en ook de vrouwen werden ingerekend. Eén man wist te ontkomen in het strijdgewoel. Hij vluchtte naar het buitenland en informeerde later per brief hoe het zijn broers vergaan was. Niet best, want ze kregen de strop op de Galgenbulte bij Aalten. De drie vrouwen gingen het cachot in. Geen prettig nieuws, maar daar had-ie ook niet op gerekend.
Later zorgde de Jannao’s putte voor veel ophef en bijgeloof. Het zou er spoken. Ook daar is een mooi verhaal van opgetekend door Aaltje Johanna Geertruida Hilbelink (1900-1982). Grote Horst hoorde namelijk later – na een lange periode van leegstand, want niemand wilde er nog wonen – bij scholtengoed Hilbelink.
Dus als je langs de Grote Horst fietst of wandelt; wees gewaarschuwd, want het kan er zomaar gaan spoken…


