HCR De Lindeboom – met vijfde generatie Stemerdink – kent bijzondere geschiedenis
Al ruim anderhalve eeuw is het goed toeven bij De Lindeboom aan de Kottenseweg in Brinkheurne. Kooplieden, hotelgasten, buurtlui, clubmensen, toeristen of feestgangers; iedereen vond en vindt er passende ontspanning. Al die jaren staat de familie Stemerdink achter de tap; inmiddels al de vijfde generatie. Na Gerrit Jan, Jan Willem Albertus, Siena en Jan is het nu Marco die het veelzijdige horecabedrijf runt. Maar de naam De Lindeboom vindt zijn oorsprong op een geheel andere locatie.
De historie van dit etablissement gaat namelijk – op een vorige plek – nóg verder terug. In een Koninklijk Besluit uit 1827, omtrent een nieuw tracé van de Rijksweg Zutphen-Winterswijk-Duitse grens, wordt ‘herberg De Lindeboom’ al genoemd. Het onderkomen stond naar verluidt bij Deunk (te Voortwis), naast een grote lindeboom, hetgeen zeer waarschijnlijk de naam verklaart. In 1852 werd het onderkomen van landbouwer en tapper Engelbertus Nijenhuis steen voor steen afgebroken en in gedeelten naar de huidige locatie aan de Kottenseweg overgebracht om het daar weer op te bouwen.

Nadat Nijenhuis het van de hand deed nam Gerrit Jan Stemerdink (1848-1904) de boel over. Hij was gehuwd met Janna Frederika Aleida Veenemans (1849-1870) en later met Maria Elisabeth Lintum (1843-1907). Zij begonnen hier met hun driedelig bedrijf: boerderij, herberg en houthandel. Een zoon uit het eerste huwelijk was Jan Willem Albertus Stemerdink (1870-1932), gehuwd met Grada Gesiena Roerdinkholder.
Op 24 januari 1882 krijgt De Lindeboom zijn vergunning. Dit gold voor de keuken en de kamer. Na het overlijden van Gerrit Jan Stemerdink gaat de vergunning per 1 mei 1904 over op de weduwe. Nu worden ook de oppervlakten van de keuken (28 m2) en de kamer (17,5 m2) vermeld. Op 15 april 1905 is opgenomen dat de vergunning voortaan geldt voor de verkoop van hoeveelheden van minder dan tien liter voor gebruik ter plaatse of elders. Op 13 oktober 1905 wordt de vergunning uitgebreid voor de zaal van 30 m2.
Kostgangers
Al in het begin van de 19e eeuw was er sprake van een zekere hotelfunctie, al zou je misschien beter van kostgangers dan van hotelgasten kunnen spreken. Het betrof bijvoorbeeld douaniers, die tijdelijk aan de grens werkten. In die tijd was het café een echte paardenhalte. Reizende kooplieden te paard of met paard en wagen legden bij De Lindeboom aan om wat te eten of te drinken en om de paarden te verzorgen.
Om de waarde van het onroerende goed te bepalen wordt op 12 juni 1908 op verzoek van de erven ‘de bouwplaats De Lindeboom met Huizing, waarin herberg, bouw- en weiland en boschgrond, samen groot 3.79.60 hectare’, openbaar verkocht. De generale massa is ingezet op f 4931. Het hout bracht f 245,50 op. Het was niet zozeer de bedoeling daadwerkelijk aan derden te verkopen, maar op deze manier wilde men de waarde bepalen. Koper werd Jan Willem Albertus Stemerdink op Plantenkamp. Het was de bedoeling dat de enige zoon uit het laatste huwelijk van Gerrit Jan Stemerdink het bedrijf zou overnemen.
Niet geschikt
Volgens P. van Roon, schoolhoofd in Brinkheurne, was de jongen echter niet geschikt als boer. Hij ging naar de Ambachtsschool en werd later leraar aan de Technische School in Heerlen. Het was echter zijn jongste zuster Gerharda Gesiena Stemerdink (1909-1991) die op de Lindeboom bleef. De andere vier kinderen kregen toen hun erfdeel in geld uitbetaald. Siena trouwde in 1933 met
Johan Schreurs (1905) waarna ze in 1940 van hem ging scheiden. Johan Schreurs was per 1 januari 1934 naar Pashuisje, de boerderij van zijn ouders in Henxel, vertrokken.
De zoon Jan Schreurs (1934-2008) kwam bij zijn moeder Siena in het bedrijf. In 1964 liet hij zijn naam bij Koninklijk Besluit veranderen in Stemerdink, de naam van zijn moeder. Hij trouwde in 1969 met Ingrid Gertrude Hammer (1943-2018). Hun zoon Marco Stemerdink (geb. 1970) nam het bedrijf op 9 oktober in 1999 officieel over. Daarmee is hij (samen met zijn wederhelft Marion en de kinderen Tygo en Gina Marie) de vijfde generatie Stemerdink op De Lindeboom.
Het boerderijaspect bleef tot 1958 bestaan. Toen gingen de laatste koeien de deur uit. De deel werd daarna omgebouwd tot een restaurant en er kwam een grote keuken bij. In 1978 kwam er een uitbreiding van het hotel met twintig kamers. Dit aantal werd in 2000 bij een modernisering teruggebracht naar 18 kamers.
Sinds haar oprichting in 1945 heeft de Brinkheurnse Schiet Vereniging (BSV) haar domicilie bij De Lindeboom. Verder hebben nog enkele verenigingen en clubs hun thuishonk bij ‘De Lindebeumer’. Verder zijn er regelmatig diverse events op het ruim bemeten buitentterrein en kun je er prima midgetgolfen. Ook van het almaar groeiende toerisme in Winterswijk plukt Hotel De Lindeboom haar vruchten.
Vrijheidsboom
De rijke historie van De Lindeboom komt ook terug in het kunstwerk ‘450 jaar Geboorte van Nederland’. Het is onderdeel van een groot gemeentelijk kunstproject dat een plek heeft gekregen nabij het Schoolpomppleintje. De bewerkte boomstam verbeeldt een gestileerde lindeboom – als symbool van verbinding en vruchtbaarheid. De grote lindeboom, die destijds naast de genoemde herberg op Lindevoorts heeft gestaan en in 1841 plaats moest maken voor de bouw van de nieuwe school, werd nooit herplant.
De lindeboom is nu symbolisch in dit kunstwerk teruggekeerd. Een teken van onderlinge verbondenheid, die vooral tot stand kwam door het schoolleven maar zeker ook door de buurtfunctie van café De Lindeboom, dat vele gemeenschappelijke activiteiten faciliteerde en dit nog doet. Kortom, een mooi eerbetoon aan HCR De Lindeboom, dat al ruim anderhalve eeuw lang een belangrijke verbindende schakel vormt in Brinkheurne.
(Jan Heijnen)

Kleine Siena
In 1912 had de Kottenseweg had toen nog aan beide kanten bomen. Het meisje op de foto is de 3-jarige Siena Stemerdink. De mannen zijn J.W.A. Stemerdink (achteraan) en buurman Nijweide (vooraan), die eveneens houthandelaar was.

Oude pijp
De oude pijp van overgrootvader Stemerdink wordt zorgvuldig in huis bewaard. Op de kop staat een interessante tekst: ‘G.J. Stemerdink. Kastelein en Houthandelaar. Brinkheurne bij Winterswijk, 1893.’ Als versiering komen onder andere een bijl, een trekzaag en enkele stapels hout voor.
Landbouwtentoonstelling
Op 22 september 1909 werd er bij de Lindeboom een Landbouwtentoonstelling gehouden. Dat werd een groot succes. ‘’Om 9 uur reed de eerste omnibus van Stad Munster naar het feestterrein een menigte fietsers bedekte toen reeds den Brinkheurnschen straatweg, die tussen de talrijke wandelaars doorzwenkten en draaiden om het feestterrein te bereiken. De eerste dag zijn er niet minder dan 2000 kaartjes a dertig cent verkocht.’’
Stropersclub
In de Winterswijksche Courant van 4 oktober 1881 stond een opvallende advertentie onder het kopje Stroopers-Club. De inhoud luidde: ‘Zij die genegen bovenstaande vereniging te helpen steunen, worden verzocht aanstaanden Maandagavond te 7 ure, aan den Lindenboom in de Brinkheurne de vergadering te komen bijwonen, Namens het bestuur, G.J. Stemerdink.’
Buurtfunctie
Ook had het café vanzelfsprekend een buurtfunctie. In 1914 plaatste dansonderwijzer G. Schepel de volgende advertentie: ‘Danscursus. Bij genoeg deelname is ondergeteekende voornemens ook les te geven in café De lindeboom te Kotten. Aangifte tot woensdag 11 November.’
(Met dank aan Willem Peletier (diverse uitgaven), Historische Kring Kotten, Marco Stemerdink, Oud-Winterswijk.nl, Buurtschap-info.nl)